Klik op foto
Job 2: 1 - 10
Opnieuw kwamen de engelen voor Gods troonen de satan was erbij.
En de Here zei: Heeft u gezien hoe vroom Job blijft,
ook al heeft u Mij tegen hem opgezet.
Maar de satan antwoordde:
Logisch, hij heeft zijn leven nog. Echter, strek uw hand uit en
laat hem door een ziekte getroffen worden -
hij zal U de rug toekeren!
En de Here zei: hij is in uw macht, alleen, spaar zijn leven.
De satan ging heen ensloeg Job met boze zweren. Hij krabde zich
met een potscherf, terwijl hij in de as neerzat.
Zijn vrouw zei, wanhopig spottend: zeg God toch vaarwel en sterf!
Maar Job zei: spreek niet zo dwaas.
We moeten het goede en het kwade van God aannemen.
En Job sprak geen kwaad van God.